Begrotingssubsidies 2022 in vergelijking met 2021 (in €)
Beleids-doel | Naam instelling | Maximaal te subsidiëren 2021 | Kadernota 2022 | Begroting 2022 | Voorjaarsnota 2022 | Najaarsnota 2022 | Maximaal te subsidiëren 2022 |
---|---|---|---|---|---|---|---|
5.1 | Faunabeheer eenheid Zuid-Holland | 480.000 | 480.000 | 200.000 | 680.000 | ||
5.1 | Gebiedscoöperatie Buijtenland van Rhoon | 5.000.000 | 3.000.000 | 3.000.000 | |||
5.1 | Zuid-Hollands landschap t.b.v. Kadijk-West | 350.000 | |||||
5.1 | Stichting Natuurmonumenten t.b.v. het gebied Bovenlanden | 285.000 | |||||
5.1 | Stichting Natuurmonumenten t.b.v. het gebied Meijegraslanden | 1.600.000 | 305.000 | 305.000 | |||
5.1 | Natuurbeheercollectief Krimpenerwaard t.b.v. bijdrage in de opstartkosten | 150.000 | |||||
5.1 | Stichting Natuurbeheer Collectief Krimpenerwaard t.b.v. het natuurbeheer op de provinciale gronden | 2.115.000 | 2.115.000 | ||||
5.1 | Hoogheemraadschap Stichtse Rijnlanden t.b.v. Natura 2000 gebied De Haeck | 800.000 | |||||
5.1 | Hoogheemraadschap Stichtse Rijnlanden t.b.v. verbeteren waterkwaliteit Bodegraven-Noord | 1.900.000 | |||||
5.1 | Staatsbosbeheer t.b.v. natuurverbinding in de Zuidpolder en polder Abessinië | 4.500.000 | |||||
5.1 | Zuid-Hollands Landschap DGM t.b.v. weidevogelvrijwilligers | 75.000 | |||||
5.1 | Stichting Zuid-Hollands Landschap t.b.v. actieplan weidevogels ondersteuning vrijwilligers | 600.000 | |||||
5.1 | Hoogheemraadschap van Rijnland t.b.v. bodemcoaches | 25.000 | |||||
5.1 | Nationaal Park Hollandse Duinen t.b.v. uitvoering samenwerkingsovereenkomst | 282.000 | |||||
5.1 | Gebiedscoöperatie Buijtenland van Rhoon t.b.v. nieuw bestemmingsplan en initiatieven recreatieve ontwikkelingen | 500.000 | 500.000 | ||||
5.1 | BoerenNatuur t.b.v. implementatie verbreed agrarisch natuurbeheer | 175.000 | 175.000 | ||||
5.1 | Federatie Particulier Grondbezit t.b.v. bodemcursussen voor pachters en verpachters | 1.460 | 1.460 | ||||
5.1 | Stichting Natuurbeheercollectief Krimpenerwaard t.b.v. coördinatie beheer NNN Krimpenerwaard 2022-2031 | 680.000 | 680.000 | ||||
5.1 en 7.1 | Natuur- en Milieufederatie Zuid-Holland t.b.v. ontwikkelen verdienmodel | 200.000 | 200.000 | ||||
5.2 | Coöperatie Hoeve Biesland BA t.b.v. Boeren voor Natuur | 139.422 | 120.000 | 120.000 | |||
5.2 | Samenwerkingsorgaan Holland Rijnland t.b.v. het project Duin- en Bollenstreek Kloosterschuur-Trappenberg-uitleglocatie | 192.215 | |||||
5.2 | gemeente Gouda t.b.v. Nationaal Kennis- en Belevingscentrum Bodemdaling | 670.000 | |||||
5.2 | Kennis Centrum Aanpak Funderingsproblematiek (KCAF) t.b.v. een regiodeal bodemdaling project Groene Hart | 194.500 | |||||
5.2 | Nationaal Kennisprogramma Bodemdaling (NKB) t.b.v. regiodeal project Deelexpedities Stad | 100.000 | |||||
5.2 | provincie Utrecht t.b.v. regiodeal project Grondwater weten meten en sturen | 12.500 | |||||
5.2 | stichting Weids Bloemendaal t.b.v. regiodeal project bodemdaling polder Bloemendaal | 119.000 | |||||
5.2 | Veenweide Innovatie Centrum t.b.v. project boeren met perspectief Nieuwkoop | 193.600 | |||||
5.2 | provincie Utrecht t.b.v. regiodeal project versterken van dialoog transitie via onderwijs | 55.000 | |||||
5.2 | stichting Deltares t.b.v. het project GHRIB | 219.956 | |||||
5.2 | Agrarische Natuurvereniging Vockestaert t.b.v. het realiseren van een 2e Weidevogelkerngebied | 488.203 | 488.203 | ||||
5.2 | Landschap Noord-Holland t.b.v. project Natte Teelten in waterrijk veen | 1.076.783 | 1.076.783 | ||||
5.2 | Landschap Noord-Holland t.b.v. project Veenmosteelt | 390.633 | 390.633 | ||||
5.2 | Stichting Voedselfamilies Zuid-Holland t.b.v. transitie naar een vitale landbouw | 300.000 | 300.000 | ||||
5.2 | Stichting Wij.land t.b.v. Bodem als basis | 200.000 | 200.000 | ||||
5.2 | Veenweide Innovatie Centrum t.b.v. project Klei in veen | 1.326.424 | 1.326.424 | ||||
5.2 | Veenweide Innovatie Centrum t.b.v. project VIP-NL Boeren op Hoog Water fase 2 | 962.272 | 962.272 | ||||
5.3 en 7.2 | Hoogheemraadschap Schieland Krimpenerwaard t.b.v. Ringvaart Zuidplas- automatiseren Zevenhuizer Verlaat incl. vispassage | 300.000 | 300.000 | ||||
5.3 | Gemeente Westland t.b.v. toezicht en beheer Zandmotor | 175.000 | 100.000 | 100.000 | |||
5.3 | Gemeente Den Haag t.b.v. toezicht en beheer Zandmotor | 115.000 | |||||
5.3 | stichting Nieuw-Holland t.b.v. Zuid-Hollands kunst initiatief verkenningsfase | 100.000 | |||||
5.3 | WUR/ vakgroep milieutechnologie t.b.v. project Aquaconnect | 75.000 | |||||
5.3 | gemeente Katwijk t.b.v. Limes Bubble Barrier | 150.000 | |||||
Totaal | 18.558.193 | 600.000 | 5.715.000 | 1.356.460 | 5.249.315 | 12.920.775 |
Toelichting begrotingssubsidies 2022
De begrotingssubsidie aan Stichting Natuurmonumenten t.b.v. het gebied Meijegraslanden aanleg blauw grasland voor een bedrag van € 305.000 (beleidsdoel 5.1)
De Provincie Zuid-Holland is eigenaar/opdrachtgever van de opgave om het Natuurnetwerk Nederland binnen de provincie te realiseren, zo ook het gebied Meijegraslanden in Gouwe Wiericke. Uitgangspunt is dat dit zo veel als mogelijk door "het gebied" zelf wordt gedaan. Hiertoe is eind 2016 een Gebiedsovereenkomst tussen de Provincie Zuid-Holland (PZH), betrokken gemeenten en het Hoogheemraadschap (HDSR) gesloten. Deze begrotingssubsidie betreft de uitvoering van de inrichting van natuur in het deelgebied Meijegraslanden binnen Gouwe Wiericke met de aanleg van blauw grasland. PZH heeft er i.o.m. haar partners voor gekozen deze werkzaamheden door Natuurmonumenten uit te laten voeren. Deze subsidie wordt gefinancierd uit de Natura 2000 middelen die PZH hiervoor op basis van de business case die onderdeel uitmaakt van de gebiedsovereenkomst heeft beschikbaar gesteld. In de begroting is deze post opgenomen onder beleidsdoel 5.1 Gezonde natuur, beleidsprestatie 5.1.1 Natuur.
De maatschappelijke baten zijn: versterkte en beter beschermde dier- en plantensoorten, waaronder de populatie van bedreigde soorten en verhoogde natuurwaarden in Zuid-Holland.
Subsidie is het meest geëigende instrument omdat subsidieverlening conform afspraak is met de partner voor de overige inrichtingswerkzaamheden binnen het gebied. Die kunnen nu als één activiteit worden uitgevoerd, hetgeen schaalvoordelen en efficiencywinst met zich meebrengt. Gevraagd wordt aan provinciale staten om de begrotingssubsidie vast te stellen op € 305.000 en deze op te nemen in de begroting.
De begrotingssubsidie aan Natuur- en Milieufederatie Zuid-Holland t.b.v. ontwikkelen verdienmodel voor een bedrag van € 200.000 (beleidsdoel 5.1 en 7.1)
De Natuur en Milieufederatie Zuid-Holland (NMZH) komt op voor een duurzame samenleving in de provincie Zuid-Holland. Als onafhankelijke belangbehartiger volgen zij kritisch de bredere natuur- en milieuagenda en geven zij een gezicht en een stem aan natuur- en milieubelangen. Dit doen zij samen met lokale en regionale organisaties. Zo werken zij samen aan een mooi en duurzaam Zuid-Holland.
Sinds het beëindigen van de provinciale boekjaarsubsidie in 2015 is de NMZH er niet meer in geslaagd de basistaak, de netwerkondersteuning van het Zuid-Hollandse natuur- en milieunetwerk, structureel te financieren. In GS is besloten dat de provincie Zuid-Holland bereid is om de NMZH te ondersteunen bij het verder ontwikkelen van een nieuw verdienmodel voor de toekomstige financiering van de netwerk-ondersteuning. In 2022 en 2023 wordt hiervoor per jaar 100.000,- beschikbaar gesteld. Dit geeft NMZH de gelegenheid om te innoveren en zo de maatschappelijke doelstelling als onbezoldigde belangenbehartiger van natuur en milieu effectief en structureel uit te kunnen blijven voeren. De subsidie is in ambitie 5 Gezonde Natuur opgenomen en wordt voor 50% mede gedekt uit ambitie 7 Gezond en Veilig (beleidsondersteuning Natuur en Milieu).
De maatschappelijke baten zijn: beleidsprestatie 5.1.1 Natuur en deels 7.1.6 Samenhangend beleid kader Gezond en Veilig met kennisontwikkeling en innovatie. Dit draagt bij aan gezonde natuur en milieu in Zuid-Holland.
Als alternatief voor het instrument subsidie is opdrachtverstrekking overwogen. Subsidie is gebleken de enige optie te zijn. Er zijn geen directe baten of producten die aan de provincie worden geleverd. Daarom is subsidie het geëigende instrument.
Gevraagd wordt aan provinciale staten om de begrotingssubsidie vast te stellen op € 200.000 en deze op te nemen in de begroting.
De begrotingssubsidie aan Agrarische Natuurvereniging Vockestaert t.b.v. het realiseren van een 2e Weidevogelkerngebied voor een bedrag van € 488.203 (beleidsdoel 5.2)
Om de IODS-doelstellingen (Integrale Ontwikkeling Delft-Schiedam) te halen waarvoor Provincie Zuid-Holland aan de lat staat heeft Agrarische Natuurvereniging Vockestaert (ANV) namens het Weidevogelpact Midden-Delfland een plan gemaakt voor het realiseren van een 2e Weidevogelkerngebied in de Klaas Engelbrecht polder. Het programma IODS is een gebiedsgericht programma waarbij met de aanleg van de A4 tussen Delft en Schiedam ook geïnvesteerd wordt in de stedelijke inpassing en de kwaliteit van Midden-Delfland. Denk hierbij aan extra natuur, recreatieve voorzieningen, saneren van verspreid liggende kassen en impulsen in de melkveehouderij voor een duurzame, economisch gezonde bedrijfsvoering. IODS is een samenwerkingsverband tussen Rijk, provincie Zuid-Holland, lokale overheden en verschillende maatschappelijke organisaties. Het programma IODS omvat 6 kwaliteitsprojecten waaronder dat van het “Groenblauwe Lint”, waarvan PZH de trekker is. Binnen het Groenblauwe Lint zijn afspraken gemaakt o.a. over het stimuleren van de weidevogelstand. Natuurmonumenten (IODS-partner) geeft aan dat (wijzend op evaluatierapport en vogeltelgegevens), ondanks de gedane maatregelen, de doelstellingen (nog) niet gehaald worden. Het weidevogelpact heeft een nieuw plan gemaakt wat een substantiële bijdrage kan leveren aan het behalen van de doelstellingen.
Vockestaert heeft reeds eerder subsidie ontvangen voor het realiseren van een 1e Weidevogelkerngebied in de Commandeurspolder (DOS-2018-0001580). Middels wijzigingsverzoek dd. 31 dec 2019 is vastgelegd dat restantgelden ingezet kunnen worden voor een 2e Weidevogelkerngebied. Om het inmiddels uitgewerkte plan voor het 2e Weidevogelkerngebied te kunnen realiseren is een aanvullende bijdrage van € 488.203 nodig.
Het bedrag van € 488.203 wordt gedekt uit de reserve IODS.
De maatschappelijke baten zijn: beleidsprestatie 5.2.2 Bevorderen Biodiversiteit. In Zuid-Holland werken we hard aan het behoud van de weide- en akkervogels. Hiertoe is het Actieplan Boerenlandvogels opgesteld om gericht te kunnen werken aan afname van de biodiversiteit van het boerenland, met boerenlandvogels als vlaggenschip. Zuid-Holland heeft namelijk een belangrijke nationale verantwoordelijkheid voor boerenlandvogels, en dan met name weidevogels. De nationale vogel, de grutto, komt volop voor in de Zuid-Hollandse graslandpolders, maar de aantallen nemen hard af. In de akker- en bollenstreek hebben soorten als patrijs en veldleeuwerik het zwaar. Voor de grutto hebben we een ambitie opgenomen om in 2027 een populatiestijging van zo'n 5% te bereiken. Daarvoor is extensieve landbouw nodig met hoge waterpeilen en minder koeien en mest. In dit plan wordt in de Klaas Engelbrechtpolder in Midden-Delfland ingezet op duurzaam extensief agrarisch gebruik gericht op weidevogels.
Betreft een aanvulling op de reeds eerder verstrekte subsidie voor het realiseren van het 1e Weidevogelkerngebied in de Commandeurspolder (DOS-2018-0001580).
Gevraagd wordt aan Provinciale Staten om de begrotingssubsidie vast te stellen op € 488.203 en deze op te nemen in de Begroting.
De begrotingssubsidie aan Landschap Noord-Holland t.b.v. project Natte Teelten in waterrijk veen voor een bedrag van € 1.076.783 (beleidsdoel 5.2)
Nationaal Veenweide Innovatieprogramma (VIP-NL) en het project Natte Teelten in waterrijk veen
- Het VIP-NL is in 2020 geïnitieerd door veenweide innovatiepartijen uit Zuid-Holland/Utrecht (met VIC als spil), Noord-Holland (met Landschap Noord-Holland H als spil) en Friesland, met als doel een aanbod c.q. aanvraag te gaan doen aan LNV voor een gestructureerd en gecoördineerd onderzoek en inzet van middelen voor werkbare maatregelen en vormen van landgebruik.
- Op nationaal niveau zijn in het voortraject afspraken gemaakt met het ministerie van LNV over de verdeling van de rijksbijdragen en de cofinanciering door de veenweidenregio’s. LNV heeft toegezegd voor het gehele VIP-NL programma, 62,5% en maximaal € 16 mln bij te dragen. Vanuit de regio’s (alle zes veenweidenprovincies en de inliggende waterschappen) wordt een bijdrage van 37,5% verwacht.
- De drie Groene Hart provincies (Noord-Holland, Utrecht en Zuid-Holland) hebben afgesproken om hun aandeel in de regionale cofinanciering te baseren op de indicatieve verdeling van de CO2-reductie opgave tussen de provincies, zoals die eerder in de Nationale Regiegroep Veenweide is afgesproken: 25% Zuid-Holland, 14% Utrecht en 14% Noord-Holland (PZH heeft een groter areaal en dikker pakket veen dan de andere provincies en daarmee ook een groter aandeel in de opgave en in de cofinancieringsbijdrage). Ook is afgesproken dat PZH op zal treden als kassier namens de andere twee provincies.
- De pilot “Natte Teelten” wordt getrokken door Landschap Noord-Holland (LNH). In de pilot wordt onderzocht wat voor andere gewassen en grasrassen zijn te telen onder nattere omstandigheden, hoe de broeikasgaswinst optimaal is, of en hoe waardevolle producten zijn te maken en of en hoe ecosysteemdiensten kunnen worden geleverd. Het project loopt tot eind 2025.
VIP-NL wordt gedekt uit bestaande budgetten in beleidsdoel 5.2. Daarnaast wordt een bijdrage ontvangen van provincies Utrecht en Noord-Holland. Overige financiering komt van LNV en van andere regionale overheden (nog onzeker). Hoewel nog niet helemaal duidelijk is hoe, wanneer en hoeveel cofinanciering vanuit de andere regio’s en partijen beschikbaar komt, willen de Groene Hart provincies alvast duidelijkheid geven, net als LNV, over hun bijdrage aan het project Natte teelten in waterrijk veen, een van de vier projecten van VIP-NL, die daarmee door kunnen. Als later blijkt dat de (andere) cofinanciering onvoldoende blijft, zal de projectleiding, in overleg, met een voorstel voor aanpassingen komen.
De maatschappelijke baten zijn: beleidsprestatie 5.2.2 Aanpak Bodemdaling (landelijk gebied). Dit draagt bij aan een specifieke doelstelling om broeikasgasemissies uit de veenweiden te reduceren, zoals verwoord in het Klimaatakkoord. Om deze doelstelling te bereiken is onder meer praktisch en innovatief onderzoek nodig naar werkbare maatregelen en duurzame vormen van landgebruik in de veenweiden. Voorliggende project van VIP-NL draagt hier aan bij.
Er zijn geen alternatieven voor het instrument subsidie overwogen. Subsidie is het meest geëigende instrument omdat subsidieverlening conform afspraak met de overige partners is en passend bij de omschrijving van de rol van kasbeheerder van dit project.
Gevraagd wordt aan Provinciale Staten om de begrotingssubsidie vast te stellen op € 1.076.783 en deze op te nemen in de Begroting.
De begrotingssubsidie aan Landschap Noord-Holland t.b.v. project Veenmosteelt voor een bedrag van € 390.633 (beleidsdoel 5.2)
Nationaal Veenweide Innovatieprogramma (VIP-NL) en het project Veenmosteelt
- Het VIP-NL is in 2020 geïnitieerd door veenweide innovatiepartijen uit Zuid-Holland/Utrecht (met VIC als spil), Noord-Holland (met Landschap Noord-Holland H als spil) en Friesland, met als doel een aanbod c.q. aanvraag te gaan doen aan LNV voor een gestructureerd en gecoördineerd onderzoek en inzet van middelen voor werkbare maatregelen en vormen van landgebruik.
- Op nationaal niveau zijn in het voortraject afspraken gemaakt met het ministerie van LNV over de verdeling van de rijksbijdragen en de cofinanciering door de veenweidenregio’s. LNV heeft toegezegd voor het gehele VIP-NL programma, 62,5% en maximaal € 16 mln bij te dragen. Vanuit de regio’s (alle zes veenweidenprovincies en de inliggende waterschappen) wordt een bijdrage van 37,5% verwacht.
- De drie Groene Hart provincies (Noord-Holland, Utrecht en Zuid-Holland) hebben afgesproken om hun aandeel in de regionale cofinanciering te baseren op de indicatieve verdeling van de CO2-reductie opgave tussen de provincies, zoals die eerder in de Nationale Regiegroep Veenweide is afgesproken: 25% Zuid-Holland, 14% Utrecht en 14% Noord-Holland (PZH heeft een groter areaal en dikker pakket veen dan de andere provincies en daarmee ook een groter aandeel in de opgave en in de cofinancieringsbijdrage). Ook is afgesproken dat PZH op zal treden als kassier namens de andere twee provincies.
- De pilot “Veenmos” wordt getrokken door Landschap Noord-Holland (LNH). In de pilot wordt ingezoomd op de specifieke teelt/groei uitdagingen van deze specifieke natte vegetatie, die interessant kan zijn om CO2 vast te leggen en bij te dragen aan verbetering van de biodiversiteit of als landbouwproduct voor de potgrondindustrie. Het project loopt tot eind 2025.
VIP-NL wordt gedekt uit bestaande budgetten in beleidsdoel 5.2. Daarnaast wordt een bijdrage ontvangen van provincies Utrecht en Noord-Holland. Overige financiering komt van LNV en van andere regionale overheden (nog onzeker). Hoewel nog niet helemaal duidelijk is hoe, wanneer en hoeveel cofinanciering vanuit de andere regio’s en partijen beschikbaar komt, willen de Groene Hart provincies alvast duidelijkheid geven, net als LNV, over hun bijdrage aan het project Veenmosteelt, een van de vier projecten van VIP-NL, die daarmee door kunnen. Als later blijkt dat de (andere) cofinanciering onvoldoende blijft, zal de projectleiding, in overleg, met een voorstel voor aanpassingen komen.
De maatschappelijke baten zijn: beleidsprestatie 5.2.2 Aanpak Bodemdaling (landelijk gebied). Dit draagt bij aan een specifieke doelstelling om broeikasgasemissies uit de veenweiden te reduceren, zoals verwoord in het Klimaatakkoord. Om deze doelstelling te bereiken is onder meer praktisch en innovatief onderzoek nodig naar werkbare maatregelen en duurzame vormen van landgebruik in de veenweiden. Voorliggende project van VIP-NL draagt hier aan bij.
Er zijn geen alternatieven voor het instrument subsidie overwogen. Subsidie is het meest geëigende instrument omdat subsidieverlening conform afspraak met de overige partners is en passend bij de omschrijving van de rol van kasbeheerder van dit project.
Gevraagd wordt aan Provinciale Staten om de begrotingssubsidie vast te stellen op € 390.633 en deze op te nemen in de Begroting.
De begrotingssubsidie aan Stichting Voedselfamilies Zuid-Holland t.b.v. transitie naar een vitale landbouw voor een bedrag van € 300.000 (beleidsdoel 5.2)
De Stichting Voedselfamilies werkt samen met pionierende boeren, onderzoekers, beleidsmakers en ondernemers aan de transitie van de landbouw. Samen komen tot integrale oplossingen voor maatschappelijke voedsel- en landbouwvraagstukken is de opgave. Centraal staat het zoeken naar een nieuwe balans tussen voedselproductie en biodiversiteit.
Met de transitiekennis die de afgelopen jaren door de Stichting Voedselfamilies is opgedaan wordt in 2022 de stap gezet naar de beleidsmatige verknoping van de Voedselfamilie- aanpak in het vitale landbouwbeleid: de bottom - up benadering, het principe van de lerende netwerk aanpak, het ontrafelen van de institutionele belemmeringen. Met de introductie van het NPLG komt deze aanpak in een versnelling. Deze subsidie is dan ook specifiek bedoeld voor het koppelen van de pioniersaanpak en pioniers netwerken aan de gebiedsaanpakken van het NPLG, binnen PZH.
De subsidie wordt financieel gedekt uit bestaande exploitatiemiddelen welke in de begroting zijn opgenomen in beleidsdoel 5.2 Toekomstbestendige landbouw.
De maatschappelijke baten zijn: beleidsprestatie 5.2.1 Vitale landbouw. Dit draagt bij aan de transitie van het landelijk gebied.
Gezien de deelname aan een samenwerking tussen verschillende partijen en de aard van de werkzaamheden in een snel veranderend werkveld is een subsidie een logische keus.
Gevraagd wordt aan Provinciale Staten om de begrotingssubsidie vast te stellen op € 300.000 en deze op te nemen in de Begroting.
De begrotingssubsidie aan Stichting Wij.land t.b.v. Bodem als basis voor een bedrag van € 200.000 (beleidsdoel 5.2)
De bodem is voor agrariërs van essentieel belang voor hun bedrijfsvoering en bestaan. De provincie Zuid-Holland wil boeren steunen in het natuurlijk en gezond beheren en gebruiken van de landbouwbodems. Daarom maken we het mogelijk dat boeren kunnen deelnemen aan het leernetwerk van Wij.land en LTO projecten; Bodem als Basis. In Bodem als Basis krijgen boeren meer inzicht in hun bodem en manieren om de bodem duurzaam te beheren en daar ook voor beloond te worden. In voorgaande trajecten van 2020 en 2021 is er veel ervaring opgedaan en gezien de belangstelling is er nu een moment gekomen om op te schalen. Dit sluit ook goed aan op de ambities die in het NPLG zijn benoemd. Door beter bodembeheer kunnen doelstellingen rondom stikstof, CO2, biodiversiteit en waterkwaliteit behaald worden. De subsidie wordt financieel gedekt uit bestaande exploitatiemiddelen welke in de begroting zijn opgenomen in beleidsdoel 5.2 Toekomstbestendige landbouw.
De maatschappelijke baten zijn: beleidsprestatie 5.2.1 Vitale landbouw . Dit draagt bij aan meer boeren die verduurzamen en daarmee bijdragen aan de opgaven op stikstof, CO2, waterkwaliteit en biodiversiteit.
Als alternatief voor het instrument subsidie is opdrachtverstrekking overwogen. Subsidie is gebleken de enige optie te zijn. Aangezien dit een meerjarig traject is, is een projectsubsidie de enige mogelijkheid. Bovendien krijgt de provincie in de stikte zin van de term, zelf geen dienst geleverd. Derhalve is opdrachtverstrekking niet het juiste instrument.
Gevraagd wordt aan Provinciale Staten om de begrotingssubsidie vast te stellen op € 200.000 en deze op te nemen in de Begroting.
De begrotingssubsidie aan Veenweide Innovatie Centrum t.b.v. project Klei in veen voor een bedrag van € 1.326.424 (beleidsdoel 5.2)
Nationaal Veenweide Innovatieprogramma (VIP-NL) en het project Klei in veen
- Het VIP-NL is in 2020 geïnitieerd door veenweide innovatiepartijen uit Zuid-Holland/Utrecht (met Veenweide Innovatie Centrum als spil), Noord-Holland (met Landschap Noord-Holland als spil) en Friesland, met als doel een aanbod c.q. aanvraag te gaan doen aan LNV voor een gestructureerd en gecoördineerd onderzoek en inzet van middelen voor werkbare maatregelen en vormen van landgebruik.
- Op nationaal niveau zijn in het voortraject afspraken gemaakt met het ministerie van LNV over de verdeling van de rijksbijdragen en de cofinanciering door de veenweidenregio’s. LNV heeft toegezegd voor het gehele VIP-NL programma, 62,5% en maximaal € 16 mln bij te dragen. Vanuit de regio’s (alle zes veenweidenprovincies en de inliggende waterschappen) wordt een bijdrage van 37,5 % verwacht. over de cofinanciering en afspraken te maken over de onderlinge verdeling van deze cofinanciering.
- De drie Groene Hart provincies (Noord-Holland, Utrecht en Zuid-Holland) hebben afgesproken om hun aandeel in de regionale cofinanciering te baseren op de indicatieve verdeling van de CO2-reductie opgave tussen de provincies, zoals die eerder in de Nationale Regiegroep Veenweide is afgesproken: 25% Zuid-Holland, 14% Utrecht en 14% Noord-Holland (PZH heeft een groter areaal en dikker pakket veen dan de andere provincies en daarmee ook een groter aandeel in de opgave en in de cofinancieringsbijdrage). Ook is afgesproken dat PZH op zal treden als kassier namens de andere twee provincies.
- De pilot “Klei in veen” wordt getrokken door het Veenweide Innovatie Centrum (VIC). In de pilot wordt onderzocht hoe het verrijken van de veenbodem met klei, waarvan onderzoek al heeft laten zien dat daarmee broeikasemissies kunnen worden gereduceerd, kan worden geoptimaliseerd. Het project loopt tot eind 2025
VIP-NL wordt gedekt uit bestaande budgetten in beleidsdoel 5.2. Daarnaast wordt een bijdrage ontvangen van provincies Utrecht en Noord-Holland. Overige financiering komt van LNV en van andere regionale overheden (nog onzeker). Hoewel nog niet helemaal duidelijk is hoe, wanneer en hoeveel cofinanciering vanuit de andere regio’s en partijen beschikbaar komt, willen de Groene Hart provincies alvast duidelijkheid geven, net als LNV, over hun bijdrage aan het project Klei in veen, een van de vier projecten van VIP-NL, die daarmee door kunnen. Als later blijkt dat de (andere) cofinanciering onvoldoende blijft, zal de projectleiding, in overleg, met een voorstel voor aanpassingen komen.
De maatschappelijke baten zijn: beleidsprestatie 5.2.2 Aanpak Bodemdaling (landelijk gebied). Dit draagt bij aan een specifieke doelstelling om broeikasgasemissies uit de veenweiden te reduceren, zoals verwoord in het Klimaatakkoord. Om deze doelstelling te bereiken is onder meer praktisch en innovatief onderzoek nodig naar werkbare maatregelen en duurzame vormen van landgebruik in de veenweiden. Voorliggende project van VIP-NL draagt hier aan bij.
Er zijn alternatieven voor het instrument subsidie overwogen. Subsidie is het meest geëigende instrument omdat subsidieverlening conform afspraak met de overige partners is en passend bij de omschrijving van de rol van kasbeheerder van dit project.
Gevraagd wordt aan Provinciale Staten om de begrotingssubsidie vast te stellen op € 1.326.424 en deze op te nemen in de Begroting.
De begrotingssubsidie aan Veenweide Innovatie Centrum t.b.v. project VIP-NL Boeren op Hoog Water fase 2 voor een bedrag van € 962.272 (beleidsdoel 5.2)
Nationaal Veenweide Innovatieprogramma (VIP-NL)
- Het VIP-NL is in 2020 geïnitieerd door veenweide innovatiepartijen uit Zuid-Holland/Utrecht, met het Veenweide Innovatie Centrum als spil, Noord-Holland, met Landschap Noord-Holland als spil, en Friesland, met als doel een aanbod c.q. aanvraag te gaan doen aan LNV voor een gestructureerd en gecoördineerd onderzoek en inzet van middelen voor werkbare maatregelen en vormen van landgebruik.
- Op nationaal niveau zijn in het voortraject afspraken gemaakt met het ministerie van LNV over de verdeling van de rijksbijdragen en de cofinanciering door de veenweidenregio’s. LNV heeft toegezegd voor het gehele VIP-NL programma, 62,5% en maximaal € 16 mln bij te dragen. Vanuit de regio’s (alle zes veenweidenprovincies en de inliggende waterschappen) wordt een bijdrage van 37,5% verwacht.
- De drie Groene Hart provincies (Noord-Holland, Utrecht en Zuid-Holland) hebben afgesproken om hun aandeel in de regionale cofinanciering te baseren op de indicatieve verdeling van de CO2-reductie opgave tussen de provincies, zoals die eerder in de Nationale Regiegroep Veenweide is afgesproken: 25% Zuid-Holland, 14% Utrecht en 14% Noord-Holland. Ook is afgesproken dat PZH op zal treden als kassier namens de andere twee provincies.
Boeren op Hoog Water
De pilot “Boeren op Hoog Water” wordt getrokken door het Veenweide Innovatie Centrum (VIC). In de pilot wordt onderzocht of en hoe bij een hoge grondwaterstand - van 20 cm onder maaiveld, waarbij de broeikasgassen uit veen volgens diverse onderzoeken minimaal lijken te zijn - een melkveebedrijf integraal duurzaam (met minimaal gebruik van kunstmest en krachtvoer) én economisch rendabel kan worden gerund en aan welke knoppen, en door wie, gedraaid kan of moet worden om dat voor elkaar te krijgen. Dit gebeurt door het daadwerkelijk inrichten en draaien van een “hoogwaterboerderij” als “living lab” en als “showcase”. Om het project voort te zetten zijn extra middelen nodig, zoals dat bij de start, enige jaren terug, al was voorzien. Het project loopt tot eind 2024.
Regio Deal bodemdaling Groene Hart
Het VIP-NL project “Boeren op Hoog Water fase 2” maakt ook onderdeel uit van de Regio Deal bodemdaling Groene Hart. De Stuurgroep van deze Regiodeal heeft ingestemd met de besteding van vrijgevallen Regiodeal middelen ten hoogte van € 120.000,- aan het project
“Boeren op Hoog Water”.
VIP-NL wordt gedekt uit bestaande budgetten in beleidsdoel 5.2. Daarnaast wordt een bijdrage ontvangen van provincies Utrecht en Noord-Holland. Overige financiering komt van LNV en van andere regionale overheden (nog onzeker). Hoewel nog niet helemaal duidelijk is hoe, wanneer en hoeveel cofinanciering vanuit de andere regio’s en partijen beschikbaar komt, willen de Groene Hart provincies alvast duidelijkheid geven, net als LNV, over hun bijdrage aan het project Boeren op Hoog Water, een van de vier projecten van VIP-NL, die daarmee door kunnen. Als later blijkt dat de (andere) cofinanciering onvoldoende blijft, zal de projectleiding, in overleg, met een voorstel voor aanpassingen komen.
De maatschappelijke baten zijn: beleidsprestatie 5.2.2 Aanpak Bodemdaling (landelijk gebied) . Dit draagt bij aan een specifieke doelstelling om broeikasgasemissies uit de veenweiden te reduceren, zoals verwoord in het Klimaatakkoord. Om deze doelstelling te bereiken is onder meer praktisch en innovatief onderzoek nodig naar werkbare maatregelen en duurzame vormen van landgebruik in de veenweiden. Voorliggende project van VIP-NL draagt hier aan bij.
Er zijn geen alternatieven voor het instrument subsidie overwogen. Subsidie is het meest geëigende instrument omdat subsidieverlening conform afspraak met de overige partners is en passend bij de omschrijving van de rol van kasbeheerder van dit project.
Gevraagd wordt aan provinciale staten om de begrotingssubsidie vast te stellen op € 962.272 en deze op te nemen in de begroting.
Boekjaar- en projectsubsidies 2022 in vergelijking met 2021 (in €)
Beleids-doel | Subsidie-regeling-nummer | Titel van regeling | Maximaal te subsidiëren 2021 | Kadernota 2022 | Begroting 2022 | Voorjaarsnota 2022 | Najaarsnota 2022 | Maximaal te subsidiëren 2022 |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
5.1 | 1.6.21 | Subsidieregeling Kwaliteitsimpuls Natuur en Landschap (SKNL) | 55.000.000 | 55.000.000 | 55.000.000 | |||
5.1 | 1.6.68 | Subsidieregeling Natuur en Landschapsbeheer Zuid-Holland 2016 | 5.995.000 | 2.860.000 | 2.860.000 | |||
5.1, 5.2, 7.1 en 7.2 | 1.6.76 | Subsidieregeling Groen Zuid-Holland 2016 | 11.585.000 | 8.795.000 | 1.800.000 | 10.595.000 | ||
5.2 | 1.6.115 | POP3 regeling | 100.000 | 100.000 | ||||
5.2 | 1.6.69 | Uitvoeringsregeling POP 3 Zuid-Holland | 15.500.000 | |||||
Totaal | 88.080.000 | 66.655.000 | 1.900.000 | 68.555.000 |
Toelichting boekjaar- en projectsubsidies 2022
Er hebben geen bijstellingen plaatsgevonden.