Paragraaf Subsidies

De begrotingssubsidie aan N.V. Nederlandse Gasunie t.b.v. warmteleiding Warmtelinq+  voor een bedrag van € 81.000.000 (beleidsdoel 3.2)
In het Klimaatakkoord is afgesproken om de warmtevoorziening te verduurzamen en zo tot een CO₂-reductie te komen. Meer dan de helft van de energie die binnen de Nederlandse huishoudens wordt gebruikt (dus exclusief bijvoorbeeld mobiliteit) gaat op aan warmte. Deze warmte is nu nog nagenoeg geheel afkomstig uit fossiele bronnen, vooral aardgas.
Voor veel stedelijke gebieden in Zuid-Holland is het grootschalig inzetten van collectieve duurzame warmte in de vorm van warmtenetten een haalbare oplossing als alternatief voor verwarming met aardgas. Daarbij doet zich in Zuid-Holland de uitgelezen mogelijkheid voor om restwarmte uit de havenindustrie te gebruiken voor de warmtelevering aan huishoudens en bedrijven, waaronder de glastuinbouw.
Om de warmtenetten in de wijken van warmte te voorzien werken we aan een robuust, publiek beheerd, open (regionaal) warmtetransportsysteem, waarvoor restwarmte uit de haven een belangrijke bron is. Dat gebeurt onder regie van het Rijk en met partners zoals de Gasunie en andere energieleveranciers waarop (toekomstige) lokale warmtenetten en bestaande en of nieuw te ontwikkelen bronnen, waaronder geothermie kunnen aansluiten. De provincie stelt een subsidie ter beschikking voor het mogelijk maken van de ontwikkeling en de realisatie van warmteleiding Warmtelinq+. Dekking vindt plaats uit de exploitatiemiddelen van Ambitie 3. Conform PS besluit van 15 juni 2022 wordt de reserve Warmteleiding WarmtelinQ volledig ingezet ten behoeve van de investeringssubsidie aan Gasunie van totaal max. € 81 mln. Dit bedrag is reeds bij begroting 2022 opgevoerd. In de Najaarsnota 2022 is de fasering aangepast: € 10 mln in 2022 en 2023, € 26 mln. in 2024 en € 35 mln. in 2026.
De maatschappelijke baten zijn: beleidsprestatie 3.2.2 Bevorderen duurzame verwarmingsvoorziening. Dit draagt bij aan benutting van de beschikbare (rest)warmte voor de verwarming van ca. 120.000 WEQ.
Als alternatief voor het instrument subsidie is opdrachtverstrekking overwogen. Subsidie is gebleken de enige optie te zijn. Er is ook onderzocht of participatie/investering middels het Warmteparticipatiefonds (WPF) wenselijk / haalbaar was. Gezien het potentiële verliesrisico hebben PS besloten de provinciale betrokkenheid te beperken tot de rol van subsidieverstrekker.
Gevraagd wordt aan provinciale staten om de begrotingssubsidie vast te stellen op € 81.000.000 en deze op te nemen in de begroting.

Er hebben geen bijstellingen plaatsgevonden.